maandag 9 maart 2009

belangrijk

Een belangrijke dag voor alle Servië-watchers. Vandaag heeft het dagblad Blic de lijst van driehonderd meest invloedrijke personen in Servië gepubliceerd. Zo'n lijst waarvan niemand weet hoe die totstand komt en waar alle mensen die menen iets voor te stellen dolgraag op willen. Naar verluidt gaat er een enorme koehandel aan de publicatie vooraf.
Opvallend is dat de top tien voornamelijk uit zakenlieden bestaat. Behalve Boris Tadić (nummer 1) en Mlađan Dinkić (nummer 3) is er dus kennelijk geen politicus die in dit land veel in de melk te brokkelen heeft. Weinig verrassende conclusie: Servië wordt geregeerd door geld. Vreemd is dat patriarch Pavle, de baas van de Servisch-orthodoxe kerk, zo hoog op de lijst (nummer 10) staat. De man is al jarenlang doodziek en zijn taken worden grotendeels waargenomen door bisschoppen die hem graag willen opvolgen. Hoe dan ook, hier de top tien:
  1. Boris Tadić, president van Servië, leider van de Democratische Partij.
  2. Miroslav Mičković, baas van de Delta Holding (eigenaar van half Servië)
  3. Mlađan Dinkić, minister van economische zaken, leider van G17 Plus.
  4. Aleksej Miller, Rus, baas van Gazprom, de nieuwe eigenaar van oliemaatschappij NIS.
  5. Milan Beko, "man in de schaduw", bezit officieel geen enkele onderneming, maar is nauw betrokken (geweest) bij allerlei grote privatiseringsprojecten.
  6. Zoran Drakulić, eigenaar van Eastpoint (scheepsbouw, bakkerijen, detailhandel), één van de weinige tycoons die in het openbaar nog wel eens kritiek heeft op de regering.
  7. Vojin Lazarević, zit in de energie, het vastgoed en de scheepsbouw, heeft vorig jaar al zijn belangen ondergebracht in Radnap.
  8. Miodrag Kostić, "suikerkoning", grootgrondbezitter en vriend van Viktor Loekasjenko (president Wit-Rusland), sjoemelde met suiker, waardoor de EU gunstige importvoorwaarden schrapte.
  9. Radovan Jelašić, gouverneur van de Nationale Bank van Servië, die wanhopig probeert de val van de dinar nog een beetje binnen de perken te houden.
  10. Pavle, zieke patriarch.

Voor de echte diehards: de eerste vrouw op de lijst is mensenrechtenkoningin Sonja Liht (nummer 24), de eerste die ik wel eens heb geïnterviewd is Bozidar Đelić (vice-premier, nummer 12), tennister Jelena Janković staat op nummer 93, het mooie nummer 100 is vergeven aan Velja Ilić (vormalig vice-premier die ze niet altijd allemaal op een rijtje heeft) en de triestige nummer laatst is Jovan Krkobabić, gepensioneerdenleider en deelnemer aan de regeringscoalitie.

Geen opmerkingen: