Eén van de hoofdstukjes tekstverklaren komt uit het boekje Gebrandmerkt van ene Alice Mead. De inleiding luidt als volgt: "Servische soldaten hebben Kosovo bezet. De ik-persoon, Adem, is Albanees. Bij de soldaten is ook een vriend, met wie Adem vaak voetbalde: Gregor. Fatmira is de zus van Adem." En dan volgt het verhaaltje, dat ik in zijn geheel overneem.
'Hé jongen, wacht eens!' zei een van hen. Ik bleef staan. Ze kwamen naar me toe. Zou Gregor me durven helpen? Ik keek even op naar zijn gezicht, maar hij keek niet naar me. Op zijn gezicht lag ook geen enkele uitdrukking. De twee anderen lachten.
'Kijk eens aan, onze kleine voetbalkampioen!' Ik bloosde en keek naar de grond.
'Sinds wanneer spelen er Albanezen mee in het Joegoslavisch elftal?' Ze lachten allemaal om de slimme opmerking. Gregor ook.
'Hé! Ik vroeg je wat. Sinds wanneer!' zei de lange.
'Nog nooit,' zei ik zacht. 'Zo kampioen, waar is je broer?' vroeg de lange. Mijn broer? Ik begreep het niet meteen. 'Je hebt me gehoord. Waar is hij?' De soldaat gaf me een harde duw. Ik wankelde naar achter. 'Besim is mijn neef,' zei ik, 'niet mijn broer.' 'Het kan me geen donder schelen wat hij van je is. Ik wil weten waar hij is.'
Hij hield de loop van zijn geweer onder mijn kin en tilde mijn hoofd op, zodat ik hem moest aankijken. Tot mijn schande was ik uit angst begonnen te huilen. Ik keek weer even naar Gregor. 'Je hoeft hem niet aan te kijken, idioot. Hij is je vriend niet meer. Dat zul je wel merken. Nou, waar is hij?'
'Ik weet het niet!' riep ik uit.
'Natuurlijk wel. We hebben soldaten nodig om Joegoslavië bij elkaar te houden voor de Serviërs. We straffen iedereen die Groot-Servië in gevaar brengt.'
Hij duwde de loop van zijn geweer in de zachte plek onder mijn adamsappel, en ik viel op de grond. Daarna stapte hij met zijn soldatenlaars op de vingers van mijn recherhand. 'Ik weet het niet! Ik weet het echt niet!' riep ik.
'Wat is dat?' vroeg hij.
Toen ik viel was het leren koord met het fluwelen zakje boven de rand van mijn T-shirt uitgekomen. De soldaat bukte zich en trok het los. Hij scheurde het zakje open. 'Een liefdesgedicht. Wat aandoenlijk.' Hij verkreukelde het gedicht en gooide het op de grond. Ik was blij dat hij geen Albanees kon lezen. 'Misschien weet je niet waar je broer is, maar wij vinden dat je een herrieschopper bent. We zullen je een lesje leren omdat je in onze kamer bent geweest. Je bent natuurlijk een spion van de Alliantie. Slim van ze om een kind te sturen.' 'Nee!' gilde ik. 'Dat ben ik niet!' Nu is het zover, dacht ik. Ze gaan me doodschieten. Ik ga dood hier midden op de weg, net als Fatmira. De mensen zullen mijn lijk naar huis dragen en mijn ouders worden gek van verdriet. De andere soldaat pakt zijn zakmes te voorschijn en sneed mijn shirt van boven tot onder open. Gregor wendde zich af om het niet te hoeven zien. Ze maakten grappen dat ze gingen castreren.
Plotseling draaide Gregor zich met een ruk om. 'Hou jullie mond, smeerlappen!' schreeuwde hij. Op dat moment sprong ik overeind en probeerde weg te rennen, maar de lange greep mijn benen vast en gooide me op de grond. Ik snikte en sloeg onbeheerst om me heen. Ze gingen op mijn armen staan. 'Weet je wat een Servisch kruis is?' vroegen ze. De kleine solaat bukte zich en begin in mijn borst te snijden. Hij tekende een groot orthodox kruis met een cyrillische s op alle hoeken. Dat was een symbool voor 'Alleen eenheid kan de Serviërs redden''. (...)
Ik was voor mijn leven gebrandmerkt.
Het is nogal een krom verhaaltje. Bijvoorbeeld: als Adem een kind is, dan moet Gregor, met wie hij immers altijd voetbalde, dat ook zijn. Hij kan dus helemaal geen soldaat zijn. Of wilde de schrijfster zeggen dat het 'Joegoslavische' leger ook al kinderen ronselde? Maar dat is niet waar de Neder-Serviërs boos over zijn.
Wat ze wel steekt, ligt nogal voor de hand. Kinderen van een jaar of veertien leren kennelijk op Nederlandse scholen dat Serviërs: 1. agressief en wreed zijn en zelfs gewelddadig tegen kinderen 2. streven naar Groot-Servië. Ze leren ook dat Albanezen onschuldige slachtoffers zijn. Geen fraai beeld.
Ik weet niet in welk kader dit verhaaltje in het boek is geplaatst. Het kan zijn dat het staat in een hoofdstuk over oorlogspropaganda of zo en dat de kinderen moeten leren door opzichtige cliché's heen te kijken. Dan zou er niet zoveel aan de hand zijn. Maar de vragen bij het stukje duiden daar niet op. Ik denk dat het gewoon het zoveelste voorbeeld is van hokjesdenken, van ongenuanceerd en gemakkelijk geblaat, waarbij het ene schaap het andere namekkert. De boze Serviërs willen dat deze tekst uit Nieuw Nederlands verdwijnt en ik kan het alleen maar van harte met ze eens zijn. Geen diepgang en vooruitgang wat mij betreft, maar oppervlakkigheid en regressie.
12 opmerkingen:
Journalisten, schrijvers, intellectuelen, deskundologen, hulpverleners – wie zich op enigerlei wijze met de Balkan bezighoudt loopt de kans besmet te worden met partijdigheid. Je gaat één van de etnische groepen als 'favoriete huisdier' (pet nation) behandelen en richt je hardste kritiek op de andere etnische groepen die je favoriete knuffelnatie bedreigen. Zo ook Alice Mead. Zonder de Servische wandaden in Kosovo te bagatelliseren, dit verhaal is regelrechte nieuw Nederlandse hersenspoeling en dient wellicht in de schoolklassen als voorbeeld van hoe je wederzijdse haat nog een generatie kunt voortzetten. Hoe hate speech voor scholieren doodleuk uitgegeven kan worden bij het Lemniscaat, ik wil het niet weten. We leven in een vrij land.
En over vrijheid van meningsuiting gesproken, hebben die Rotterdamse Serviërs trouwens niet een portret van Draža Mihajlović aan de caféwand hangen? Ik meen me dat te herinneren. Die was ook niet bepaald een kampioen in verdraagzaamheid, zacht gezegd.
We dansen de kolo met boter op ons hoofd.
Wat de Rotterdamse Serviërs aan de muur hebben, kan me eerlijk gezegd niet zo gek veel schelen. Het maakt me ook niet zoveel uit dat mevrouw Mead dit soort boekjes schrijft. Moet allemaal kunnen. We (nou ja, jullie) leven inderdaad in een vrij land. Gelukkig maar.
Waar het me om gaat, en ik kan het niet beter verwoorden dan jij in je eerste alinea, is dat ook de huidige generatie schoolkinderen in Nederland (in het kader van Nederlandse taallessen nota bene) de aloude stereotypen over de Balkan door de strot krijgt geduwd. Dat zou best anders kunnen, zonder welke wandaad dan ook te bagatelliseren.
Los van het feit dat dergelijke wreedheden gebeurd zijn, lijkt me het een vreemd stukje in een jeugdboek. Toch vind ik de kop in "Vesti" ook tendentieus. "Satanizacija" O gut, wat zijn ze zielig.. Reden voor Serven om weer eens te hoop te lopen.. Is "Vesti" een Servische "BILD" ? De krant komt me ook niet erg genuanceerd over.
@Richard; die boter loopt overal heen met dit weer, geen pretje :-)
Ik ken het boek niet, wellicht is er een momentopname uitgelicht die nu opgeblazen wordt. Een boek is dikker dan die ene passage.. Die overigens niet prettig is voor de "tere kinderziel"
Wat Vesti betreft ben ik het met je eens, Michel. Het is een speciale uitgave voor de Servische diaspora (als ik me niet vergis wordt de krant in Frankfurt gemaakt), die zoals bijna alle diaspora's ter wereld traditioneler is dan de bevolking in het vaderland.
Zoals ik al schreef, vind ik dat Alice Mead mag schrijven wat ze wil. Mijn kritiek richt zich op het lesboek, tenminste als het klopt dat het verhaaltje er zo plompverloren in is opgenomen (wat ik hier niet kan beoordelen).
Misschien is dit een troost voor de Rotterdamse Serviërs:
'Feyenoord heeft er een nieuwe centrale verdediger bij. De Rotterdamse club huurt Aleksandar Ignjatovic (21) voor één seizoen van FK Borac, met de optie om de 1.92 meter lange Serviër volgend jaar te kopen.' (bron http://www.fcupdate.nl/nieuws/2009/06/26/feyenoord-vindt-in-ignjatovic-nieuwe-verdediger_123122/)
Op de tweede bladzijde van de tekst "Gebrandmerkt" is tevens een tekst afgedrukt over de jodenvervolging....
Dit is toch racisme, oftewel aanzetten tot rassenhaat en discrminatie?
Ik blijf het verschrikkelijk vinden dat verhalen als de langdurige problematiek in het balkangebied geprofileerd worden door een situatieschets te creeren waarin een servisch kind-soldaat kinderen aanvalt op een voetbalveld. Buiten het feit dat deze schets helemaal niets met de realiteit te maken heeft en ik dus niet begrijp waarom er in die context zo'n situatieschets wordt gemaakt vin ik dat je op deze manier bij kinderen de gewoonte opwekt om zwart-wit te denken. Het is weinig stimulatief voor de grijze cellen, als een of andere mevrouw vertelt dat een bevolkingsgroep beestachtig is terwijl de andere naief en vertederend is. Vergeet niet dat zij hiermee een conflict omschrijft dat al decennia aan de gang is! En dan zouden de personen die dit leren onze toekomstige hoogopgeleide medelanders moeten voorstellen?
Stimuleer die mensen toch eens om de problematiek zelf te onderzoeken aan de hand van feiten! Geen geschiedenisboeken met verzonnen verhaaltjes, ik vind dat zeer gevaarlijk, allereerst omdat ze deze mensen klaarstomen voor de maatschappij zonder enig gevoel van objectiviteit en zonder enig gevoel voor respect voor andere meningen. Het is immers zwart-wit. Dat hebben ze op school geleerd toch? Of kan ik beter zeggen, dat is ze op school door de strot geduwd in de vorm van hapklare brokken?
Er is nog een detail, dat me nu pas is opgevallen. In de inleiding staat de zinsnede: "Servische soldaten hebben Kosovo bezet", een zinsnede die door de samensteller van het boek, en dus niet door de schrijfster, is geschreven. Maar hoe je het ook wendt of keert, of je nu voor- of tegenstander van de onafhankelijkheid bent, in de periode waaraan het verhaaltje refereert was Kosovo in ieder geval nog onderdeel van Servië.
Doet me denken aan de kop van een artikel van NRC-next van een jaar geleden: " Kosovo wacht als sinds twaalfhonderdzoveel op onafhankelijkheid". Uit de text kwam niet duidelijk naar voren waar dit op gebaseerd werd, maar blijkbaar had de journalist iets te veel naar "Dardania-was-een-Albanese-staat-en-Constantijn-de-grote-een-Albanees" lukloekverhalen geluisterd.
Hieronder is een link naar een online petitie over dit onderwerp, met daarbij een reactie van de servische kerk.
http://www.axci.nl/axci/index.php?ln=ned&show=petitie&id=4026
groeten,
Sonja en Kees
als jullie dit vrijheid van menings uiting noemen gaan jullie wel heel erg ver, dit is discriminatie; opwekking tot geweld! SCHAME ON YOU HOLLAND! Wordt Duitsland dagelijks geconfronteerd met de 2de wereldoorlog? Nee,dus waarom doen jullie dat nog steeds met Servië? En kom niet met argumenten als; ja maar de 2de wereld oorlog is zo lang geleden, want Servië wordt nogsteeds geconfronteerd met het feit dat in 1914 Gavrillo Princip Prins Ferdinand vermoorde. Dit is zo zielig weten jullie ook wat er met servische gezinnen gebeurden? nee maar dat staat nergens. BELACHELIJK VOOR WORDEN IS DIT
De succesvolle demonisering van de Serviërs, waardoor ze grotendeels verantwoordelijk is voor de Joegoslavische oorlogen, en als uniek en genocidale moordenaars, was een van de grote propaganda triomfen van ons tijdperk.De door het Westen gecontroleerde media in de gehele wereld geven nationale en sociale zelfverdediging in landen als Joegoslavië valselijk weer als fascistisch. Dit werd jaaren over de Serviërs gezegd, want hun misdaad was dat zij het multi-etnische Joegoslavië verdedigden en zich verzetten tegen bezetting door buitenlanders.John Swainton, gedurende vele jaren uitgever van de New York Times, deelde in zijn afscheidsrede de volgende onthullende uitspraak aan zijn medewerkers mee: “Er bestaat geen vrije pers. Jullie, lieve vrienden, weten dat, net als ik. Niemand van jullie zou het ook maar durven zijn eigen mening eerlijk weer te geven. Wij zijn allemaal instrumenten en horigen in dienst van de financiële machthebbers achter de coulissen. Wij zijn marionetten die dansen en springen, wanneer aan het touwtje getrokken wordt.
Een reactie posten