In een tunnel ergens in het woeste Noordoost-Albanese berglandschap hebben twee premiers elkaar de hand geschud en mooie woorden gesproken. Het stond er stijf van de symboliek. "Een historisch moment dat de verbinding van een verdeeld volk markeert", schreven de kranten in Kosovo en Albanië.
Albanezen beschouwen de 5,6 kilometer lange tunnel als het huzarenstukje van de snelweg Priština-Adriatische Zee (ik schreef er in maart al over). "De tunnel van de hereniging van een volk", sprak de ene premier (Sali Berisha, Albanië). "Vandaag hebben we besloten dat er geen hindernissen meer zijn, dat niets ons kan scheiden, niet spiritueel, maar ook niet fysiek."
"Priština en Tirana zijn dichter bij elkaar dan ooit tevoren", zei de ander (Hashim Thaci, Kosovo). "Het belangrijkste element van deze spirituele, morele en fysieke nabijheid is de onafhankelijkheid van Kosovo." Balkanleiders hebben tijdens plechtige gebeurtenissen sterk de behoefte om dingen te zeggen die niemand echt begrijpt.
Berisha noemde de tunnel ook nog "het meesterwerk van de Albanezen", maar dat is niet helemaal waar. Weg en tunnel worden gebouwd door een Amerikaans en een Turks bedrijf.
De weg is overigens nog lang niet af. Het deel in Kosovo moet nog worden aangelegd en ook in Albanië zijn ze nog lang niet klaar. Maar wie misgunt twee premiers nou een gezellig onderonsje in een tunnel in het woeste Noordoost-Albanese berglandschap...
2 opmerkingen:
Zijn die Albanezen niet sowieso erg verdeeld door allerlei clanverbanden of is dat tegenwoordig wel over?
Verdeeldheid bestaat nog steeds, niet alleen in clans, kijk ook maar eens hoe het er in de politiek aan toegaat. Maar als het om de opstelling tegen de buitenwereld gaat, vormen ze een gesloten front. Dat is bij Serviërs vaak overigens niet anders.
Een reactie posten