woensdag 13 mei 2009

dodenakker

Ik was gisteren op de joodse begraafplaats in Belgrado, een kleine oase van relatieve rust tegenover Novo Groblje en naast de herinneringsbegraafplaats voor de verdedigers van Belgrado, waar Tito's partizanen hun laatste rustplaats hebben.


Ik was er samen met fotograaf Dirk-Jan Visser. Die maakt een serie over het werk van de architect Bogdan Bogdanović, die op zijn beurt tal van monumenten heeft ontworpen (onder meer het herdenkingsmonument voor de slachtoffers van Jasenovac). Op de begraafplaats in Belgrado herinneren twee grote muren aan de joodse slachtoffers van de nazi's in Servië.

We kwamen er een oudere vrouw tegen, haast een symbool van eenzaamheid. Ze komt elke dag op de begraafplaats, vertelde ze. Ze bezoekt het graf van haar man en ze probeert de boel een beetje schoon te houden, raapt sigarettenpeuken en papiertjes op, zet zo nu en dan ergens bloemen neer en waarschuwt de bevoegde instanties als er (zoals op een van de foto's hierboven) een grafsteen dreigt om te vallen. Haar zoon en haar dochter wonen met hun gezinnen in Canada. Vrienden en vriendinnen heeft ze nauwelijks en ze is niet erg gezond. Haar enige verzetje is de dagelijkse gang naar de begraafplaats en een langdurig gesprek met twee nietsvermoedende buitenlandse bezoekers die daar toevallig zijn om foto's te maken van het Bogdanović-monument.

Geen opmerkingen: