Ronkende woorden uit de mond van president Boris Tadić. Hij had gisteren voor de gelegenheid een cameraman van het agentschap FoNet opgetrommeld voor een hoogst belangwekkende presidentiële boodschap. De relaties met China staan "op het hoogste niveau in de geschiedenis," zei hij met ernstige blik. Nou is dat niet zo moeilijk, want het huidige Servië bestaat nog niet zo lang als staat en ik kan me niet voorstellen dat de historische Servië's er uitbundige contacten met China op na hebben gehouden. Maar goed.
Tadić gaat op bezoek bij opperchinees Hu Jintao en hij neemt de halve regering en de belangrijkste zakenboeven mee. En dat is voor de derde keer in vier jaar tijd. China is de "vierde peiler" van het buitenlandse beleid, zei de president in zijn televisieboodschap. Tot op heden had hij er nog maar drie: Rusland, de Verenigde Staten en de Europese Unie. Servië wil verstandigerwijs, uit angst voor vijanden, de hele wereld te vriend hebben. Over een paar jaar heeft het buitenlandse beleid een stuk of honderd peilers.
Waarom nu ineens dat hoorngeschal? Het is heel eenvoudig. Servië heeft geld nodig, veel en snel. Een enkele econoom in dit land sombert al dat de regering in oktober of november zal stoppen met de terugbetaling van buitenlandse schulden, omdat er geen para meer in de schatkist zit. En dan is het handig als je verre, maar machtige vrienden hebt (ik vermoed dat India de volgende peiler van het buitenlandse beleid zal zijn) en doen goede buren er even minder toe.
5 opmerkingen:
En de Servische parlementsleden moeten het met minder doen, die komen binnenkort naar Nederland: http://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/commissievergaderingen/per_commissie/details.jsp?parlisnummer=2009A02770&dayofweek=&his
Ochgut, arme parlementariërs.
Ik wil niet frikkerig doen, maar ik denk dat je pijler (stut) bedoelt, geen peiler (iemand die peilt).
Helemaal niet frikkerig, volkomen terecht. Ik ga me een dag lang onder de tafel zitten schamen.
;-) Doe dat, met een glas šlivovic.
Een reactie posten