Een stukje buiten Golubac staan twee oude caravans. Gedurende de zomermaanden woont er een groepje van een man of zes, het zijn Vlachen voor het geval dat je interesseert. Die mannen zitten daar, ze vissen, ze eten en ze drinken en ze zien alles wat er op de Donau gebeurt. Al jaren.
Ze hebben gezien hoe Arkan en zijn mannen bijna onder hun neus in de jaren negentig gigantische hoeveelheden benzine over de Donau hebben gesmokkeld. Servië had te maken met sancties in verband met de oorlogen. Ik schreef al dat Roemenië aan de overkant ligt. De Servische politie deed er niks aan, maar Arkan moest wel eerst met de lokale maffiabaas afrekenen. Dat ontaardde in een enorme schietpartij, vertelden de Vlachen van de Donau. De Roemenen deden er ook al niet veel aan. Af en toe verscheen er een helicopter, af en toe werd er geschoten, maar over het algemeen was de Roemeense politie net zo corrupt als de Servische.
Arkan was niet de enige die benzine smokkelde. Een eindje stroomafwaarts lag het werkterrein van Marko Milošević. Marko was een hele meneer toen zijn vader het nog voor het zeggen had. Hij kon doen en laten wat hij wilde. Hij woont nu in Rusland, want de Russen zijn zijn vrienden. Marko kwam ruim twee jaar geleden niet naar de begrafenis van zijn vader in Požarevac, niet zo ver van Golubac vandaan. Begrijpelijk.
2 opmerkingen:
Arkan was niet de enige die benzine smokkelde,Marko Milosevic ook.he,he Onzin!
Oh nee, dat is waar Arkan en Marko waren hele keurige staatsburgers.
Een reactie posten