Het leven heeft soms aangename verrassingen in petto. Zoals ik gisteren schreef, had ik vandaag een soort van worstelpartij met mijn Chinese collega-wachtenden bij de vreemdelingenpolitie en een ongewisse wachttijd voor de sticker in mijn paspoort verwacht. Niet zo erg als de ervaringen van Olof Tempelman (ex-correspondent van de Volkskrant) in Roemenië, die Cornelis gisteren bijvoegde in zijn reactie (dankjewel Cornelis, mooi stuk. voor geïnteresseerden: zie reacties van gisteren), maar toch. En wat schetst mijn verbazing. Ik was vanochtend om negen uur op het politiebureau en om kwart voor tien stond ik alweer buiten. Een wereldrecord! Er is weliswaar nog een enorme berg papier vereist (zie plaatje) en het bedrag aan heffingen is inmiddels opgelopen tot twintigduizendzesentachtig dinar (230 euro), maar de verwerking verloopt verbazingwekkend soepel. Ze hebben de stokoude tikmachines zelfs ingewisseld voor echte computers. En ik zal nog eens wat vertellen: ik kan vanmiddag mijn paspoort met nieuwe sticker al gaan ophalen. Bravo Servië, een pluim op je hoed en een veer in je reet. Zo mag ik het zien. Nu alleen maandag nog naar de douane voor de verlenging van de tijdelijke import van mijn spulletjes en ik kan er weer een jaar tegen.
vrijdag 12 december 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Net het stuk van Olaf gelezen, en David-Jan... ik vind het wel leuk dat jullie zoveel moeite moeten doen! Levert weer mooie hilarische verhaaltjes op! :-)
Kan niet zeggen dat ík het tot vorig jaar erg leuk vond. Maar zie, tijden veranderen. Het kost nu in Nederland waarschijnlijk meer moeite om aan verblijfspapieren te komen.
Klopt, in NL zijn wachttijden van 10 jaar heel gewoon voor niet-Westerlingen.
Een reactie posten