Homo’s op de Balkan hebben veel gemeen. Ze worden in elkaar getimmerd als ze in het openbaar laten zien dat ze homo zijn (gisteren weer eens in Sarajevo). Ze worden uitgebraakt door hun familie en ontslagen door hun werkgevers zodra ze uit de kast komen. Ze kunnen alleen als homo uitgaan als ze het low-key houden. Ze zijn de schande van de maatschappij. Een erger scheldwoord dan peder (flikker) in Servië, of woorden met een gelijke strekking in andere landen, is nauwelijks te bedenken. Homo’s op de Balkan ontmoeten elkaar in parken en, steeds vaker, via het internet. In het geheim.
Ik heb op dit blog al eerder geschreven dat ik geen homo-activist ben, en dat ben ik nog steeds niet, maar ik word er iedere keer niet goed van als er weer eens een handvol mensen met balonnen en kleurige vlaggen wordt aangevallen, vernederd, geslagen, geschopt, bespuwd, uitgescholden en niet of nauwelijks wordt beschermd door de politie alleen omdat ze homo zijn. Bosnische en Albanese moslims, Kroatische katholieken, Servische, Bulgaarse, Macedonische en Roemeense orthodoxen, de religie maakt niet uit, ze walgen allemaal van afwijkingen van de norm (= jong trouwen, kindertjes krijgen en scheiden of al ruzie makend bij elkaar blijven). En er trekken echt geen besnorde mannen in leren onderbroekjes door de straten, er varen geen boten met ministers, homopolitiemensen of –militairen over de Donau of Sava, er lopen geen dildozwaaiende mafkezen te provoceren. Maar de Balkanman kijkt liever hier naar (mag er best zijn trouwens).
En toch laten de homoseksuele mannen en vrouwen op de Balkan zich niet kisten. Van Sofia tot Osijek, van Tirana tot Boekarest, overal zijn homo-organisaties te vinden (bijvoorbeeld hier, hier, hier, hier, hier, hier en hier). Hun websites doen vaak vermoeden dat ze heel wat voorstellen. Dat is niet het geval. Slechts een handjevol mensen durft eraan mee te werken, zelfs al is het anoniem. Klein maar dapper, zal ik maar zeggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten