Er begint een bijzonder onfrisse lucht op te stijgen uit sommige krochten van de Kosovaarse samenleving. Het was Carla del Ponte die de deksel van de beerput heeft gehaald. Zij openbaarde in haar boek De Jacht (gek genoeg pas nadat ze was afgetreden) dat er tijdens de Kosovo-oorlog in 1998 en 1999 driehonderd niet-Albanezen waren ontvoerd naar Albanië, vermoord en dat hun organen waren verpatst. Het Kosovaars-Albanese Kosovo Bevrijdingsleger zou eraan meegewerkt hebben.
Volgens een woordvoerder van de Servische aanklager voor oorlogsmisdaden was de lucratieve handel met de oorlog niet opgehouden. Hij vertelde dat er in 2001 veertig patiënten uit de psychiatrische inrichting in Stimlje waren verdwenen richting Albanië.
Vorige week arresteerde de Kosovaarse politie twee urologen en de manager van de privékliniek Medicus. Het drietal zou op commerciële basis nieren uit mensen hebben gehaald en hebben verkocht.
Servische beschuldigingen zijn in dit geval waarschijnlijk niet de meest betrouwbare basis om de waarheid op te baseren en het is al evenmin onduidelijk of de arrestatie van de urologen iets met de eerdere orgaanhandel te maken heeft. Maar het is toch wel merkwaardig dat de Albanese autoriteiten alle medewerking aan een onderzoek weigeren onder het mom: het is al eens onderzocht. De verantwoordelijken in Kosovo hebben het over "pure speculatie uit Belgrado".
Misschien kan Del Pontes opvolger Brammertz een klein beetje druk uitoefenen. Dat wil wel eens helpen.
vrijdag 14 november 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten